De werkgever wijst één of meer preventiemedewerkers aan. Een preventiemedewerker ondersteunt de werkgever bij de uitvoering van het arbobeleid. Het benodigde aantal preventiemedewerkers moet zijn omschreven in de RI&E. Hetzelfde geldt voor het niveau dat deze preventiemedewerker moet hebben (opleiding, ervaring), de plaats in de organisatie en de tijd de preventiemedewerker(s) voor hun werkzaamheden krijgen. Regelmatig heeft de preventiemedewerker naast de preventietaken ook nog een andere functie in het bedrijf.
Minimale, wettelijke taken van een preventiemedewerker:
- Meewerken aan de RI&E en aan de uitvoering van de daarin opgenomen maatregelen
- Adviseren aan en samenwerken met de OR en bedrijfsarts.
Een preventiemedewerker moet onafhankelijk kunnen werken, mag niet benadeeld worden op grond van zijn werkzaamheden en heeft extra ontslagbescherming.
Tips
- Een preventiemedewerker kan in zijn eentje weinig bewerkstelligen in een corporatie. Pas als er een groter draagvlak is, kan zijn inzet tot verbetering leiden. Een goede stap daarbij is het instellen van een brede arbowerkgroep, bijvoorbeeld met deelname van het hoger management, TD/Facilitair, HR en de OR. Let erop dat deze werkgroep een duidelijke taakomschrijving heeft, zodat er daadwerkelijk output wordt geleverd.
- Overweeg om naast een centrale preventiemedewerker (arbocoördinator) ook een of meer decentrale, meer praktisch gerichte preventiemedewerker(s) aan te wijzen. Bijvoorbeeld op een grote afdeling met eigen arborisico's. Zo'n lokale preventiemedewerker is daar arbo-vraagbaak en ondersteunt de leidinggevende in praktische arbozaken, zoals werkinstructies opstellen, voorlichting verzorgen en rondgangen uitvoeren.
- Zie voor meer informatie de praktische Handreiking Preventiemedewerker van de SER (2020).